In deze zaak ging het om een wijkziekenverzorger. Hij is 2,5 jaar geleden veroordeeld voor het downloaden van kinderporno. Hij kreeg een werkstraf van 80 uur plus 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk. Omdat hij zieke mensen verzorgt en behandelt, vormt dit delict een risico. Bijvoorbeeld een risico op onzedelijk gedrag.
Delict door psychische problemen telt mee bij toewijzing VOG
De man verklaart dat hij absoluut geen pedofiel is. Hij had psychische problemen. Het kijken van porno was voor hem een uitlaatklep. Zonder dat hij het wist, was er ook kinderporno op zijn computer terecht gekomen. Hij heeft een expert op het gebied van kinderpornodownloaders in de arm genomen. Deze schrijft dat de psychische problemen ondertussen zijn aangepakt en opgelost. Deze expert zegt ook dat de kans op recidive heel laag is. Maar 3,4% van de veroordeelden gaat opnieuw kinderporno downloaden binnen 6 jaar. Nog minder (2%) pleegt daarna een hands-on delict. Een risico op andere vormen van misbruik, zoals met ouderen, is helemaal niet aanwezig.
Verschil hands-off en hands-on
Na deze zaak wordt duidelijk dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen het kijken naar kinderporno (hands-off) en daadwerkelijk misbruik (hands-on). Wetenschappelijk onderzoek toont aan er geen verband is tussen het bezit van kinderporno en zedendelicten met volwassenen. Het beleid wordt daarom ‘te grofmazig’ genoemd. Nu blijkt dat het delict geen risico vormt voor wijkziekenverzorger, is de VOG afgegeven.
Kunt u geen VOG aanvragen vanwege een gepleegd zedendelict en waren er destijds speciale omstandigheden in het spel? Wij kunnen u helpen bij het aanvragen van een VOG. Neem contact met ons op en vul het contactformulier in.
Lees hieronder het oordeel over het strikte zedenbeleid.
Strikte zedenbeleid is te grofmazig
Volgens de beleidsregels vormt elk zedendelict een belemmering voor een behoorlijke uitoefening van elke functie, taak of bezigheid waarin zich een afhankelijkheidsrelatie voordoet en waarvoor een vog is aangevraagd. De Afdeling acht dit beleid in het licht van de ter zake geldende wettelijke bepaling te grofmazig. De Afdeling neemt hierbij in aanmerking dat uit verklaring van Mulder van 25 augustus 2015, die hiervoor onder 2 is vermeld, volgt dat tussen het bezit van kinderpornografie en zedendelicten tegen volwassenen geen verband bestaat. Die verklaring is mede gebaseerd op vakliteratuur en wetenschappelijk onderzoek. […] Gelet op het risico voor de samenleving als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Wjsg biedt de veroordeling van [appellant] wegens het bezit van kinderpornografie onvoldoende grond voor het oordeel het strafbare feit, indien herhaald, in de weg zal staan aan een behoorlijke uitoefening van de functie van wijkziekenverzorgende van ouderen waarvoor de vog is aangevraagd.
“Ik had niet gedacht dat ik mijn VOG nog zou krijgen, maar met behulp van jullie is dat toch gelukt. Ik wil jullie dan ook bedanken voor alles wat jullie hebben gedaan.” – F.A.